What’s in a name?

Het Nederlandse (amateur)voetbal heeft in het verleden clubs voortgebracht met prachtige namen. Iedereen kent uiteraard de clubs met namen van Griekse goden. Ajax, Heracles en Sparta zijn daar de bekendste namen van. JCS Sports dook in de geschiedenis van de Nederlandse amateurclubs en haalde daar enkele bijzonderheden naar boven.

In Den Haag werd vroeger altijd het geintje gemaakt over de Haagse derby VUC-SOA. Deze is eigenlijk alleen maar grappig als je het hardop uitspreekt. Verder kent de Nederlandse voetbalhistorie ook clubs met bizarre namen. Zo kwamen er in de vooroorlogse jaren twee clubs uit onder de naam Swastika. Één in Haarlem en in eentje in Groningen. Dat zou nu absoluut ondenkbaar zijn.

Als je de lijst met clubs doorneemt vallen ook het aantal clubs op met “vogelnamen”. Op dit moment telt de database van JCS Sports 123 (Nederlandse) clubs met vogelnamen. De bekendste van deze clubs zijn de IJsselmeervogels, de meest succesvolle amateurclub van Nederland. Toch zijn de leukste namen clubs als De Kanaries (Arnhem, Dordrecht en Breda), VV Roodborstjes (Den Bosch) en De Papagaaien uit Nieuwe Pekela. Het verhaal van de Haagse club De Ooievaars is misschien wel het meest in het oog springende verhaal van alle 123 clubs met vogelnamen. De in 1911 opgerichte en van origine Joodse club kwam zeer gehavend uit de Tweede Wereldoorlog. Slechts vier leden hadden de Duitse terreur overleeft, maar besloten toch de club een herstart te geven. Het werd wel een “gemengde” vereniging, maar het Joodse karakter bleef altijd bestaan. In de 1986 werd de club toch ontbonden. Louis Tokkie vond dat er toch iets moest worden gedaan en de Harry den Hartogbeker werd na een aantal jaar toch voortgezet. Er kwamen veel toeschouwers af op dit toernooi, eigenlijk was het een zogenaamde nederlaagserie, dat vanaf 1992 weer op het vertrouwde Laakkwartier terrein werd gespeeld. Pas in 2011 stopte het toernooi en daarmee verdween ook het laatste stuk De Ooievaars.